Wat is vrijheid voor jou? Welke keuze maak jij als de vrijheid van jezelf of van anderen op het spel staat? Door welke waarden laat jij je leiden in het maken van een keuze? Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren deze vragen van levensbelang voor Tilburgse studenten.
Zou jij een loyaliteitsverklaring tekenen?
In 1943 moesten alle studenten van de Duitse bezetter een loyaliteitsverklaring ondertekenen. In deze verklaring moesten zij beloven dat ze zich zouden 'onthouden van iedere tegen het Duitse Rijk [...] gerichte handeling'. Wie niet tekende, mocht geen college meer volgen. Studenten kregen de keuze: óf de loyaliteitsverklaring tekenen óf zich melden voor de Arbeitseinsatz (gedwongen tewerkstelling) in Duitsland. De Raad van Negen* vaardigde daarop een richtlijn uit in het blad De Geus dat men absoluut niet mocht tekenen; wie wel tekende was een 'deserteur'. Op studenten die toch wilden tekenen werd door medestudenten ingepraat, tot ze waren 'omgekletst'. Ook het alternatief voor degenen die niet wilden tekenen – zich melden voor de Arbeitseinsatz – werd door de Raad van Negen afgewezen: alle arbeid, verricht in opdracht van de vijand, zou het Duitse oorlogspotentieel versterken. En dat was juist niet de bedoeling. Dit zette de weigeraars in een moeilijke positie. Als zij zich niet meldden voor de Arbeitseinsatz, dan zouden er represaillemaatregelen volgen tegen hun familieleden.
Heel weinig studenten tekenden uiteindelijk de loyaliteitsverklaring. In Tilburg tekende slechts 2% van de studenten. Een deel van de weigeraars meldde zich voor de Arbeitsinsatz en werd gedwongen tewerk gesteld in Duitsland, zo'n 3.500 weigeraars werden gearresteerd en vervolgens alsnog naar Duitsland gestuurd. De overige weigeraars doken onder; velen belandden van daaruit in het verzet. Tewerkstelling of onderduiken?
Studenten uit Brabant en Zeeland die de loyaliteitsverklaring niet hadden getekend, moesten zich melden bij de Willem II-kazerne in Tilburg: een van de acht plaatsen waar studenten zich konden melden. Grote groepen studenten werden uitgeleide gedaan door familie en vrienden. Van de vierhonderd studenten die in 1943 ingeschreven stonden bij de Roomsch Katholieke Handelshoogeschool meldden er zich ongeveer honderdvijftig bij de Willem II-kazerne. Vervolgens werden de studenten naar het als 'doorgangskamp' gebruikte Kamp Erica te Ommen gebracht. Daarna werden de studenten naar Duitsland getransporteerd en op verschillende plaatsen tewerkgesteld. Zij leefden daar vaak onder slechte en onhygiënische omstandigheden. Enkelen stierven daar door ziekte, uitputting of geallieerde bombardementen. De 'Ommengangers' hadden het niet gemakkelijk. Hun houding werd door 'de anderen' niet zozeer als fout, maar toch als 'slap' beschouwd: zonder daartoe met geweld te zijn gedwongen hadden zij zich in dienst gesteld van de Duitsers. Ook de Raad van Negen adviseerde de studenten om zich niet te melden: alle arbeid, verricht in opdracht van de vijand, zou volgens hen immers het Duitse oorlogspotentieel versterken. Onder deze 'Ommengangers' waren echter genoeg jongens die deden wat ze konden om de productie te saboteren. Zou jij je bij het verzet aansluiten?
Een groot aantal studenten belandde in het verzet: zij pleegden overvallen op distributiekantoren, hielpen papieren vervalsen, schreven voor illegale bladen zoals Trouw, De Dageraad, Je Maintiendrai en Christofoor, verspreidden deze bladen, zorgden voor onderduikadressen, bevrijdden gevangenen. Sommigen waren actief bij de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) Eindhoven of lid van de Raad van Verzet (RVV), een illegale overkoepelende landelijke verzetsorganisatie. Studenten hielpen bij transporten van wapens en munitie, verrichtten koeriersdiensten en hielpen piloten de grens over. Onder de studenten van de Hogeschool waren ook enkele Engelandvaarders die zich bij de geallieerde legers aansloten. Sommige studenten werden vrijgesteld voor de Arbeitseinsatz vanwege 'onmisbaarheid' in hun betrekking bij bijvoorbeeld de gemeentesecretarie. Zij hadden hier ook de mogelijkheid om verzet te plegen. In de functie van ambtenaar maakten zij zich verdienstelijk door het vervalsen van gegevens in het bevolkingsregister, het verstrekken van persoonsbewijzen met onjuiste gegevens aan jongens, die de leeftijd hadden om in Duitsland te werk gesteld te worden, aan onderduikers en verzetsmensen |
*De illegale Raad van Negen, opgericht in 1942, was tijdens de Tweede Wereldoorlog het overlegorgaan van het Nederlandse Studentenverzet. Negen verwijst naar de steden met een universiteit en/of hogeschool: Amsterdam, Groningen, Leiden, Nijmegen, Utrecht, Delft, Wageningen, Rotterdam en Tilburg. Tilburg was met drie leden vertegenwoordigd in de Raad van Negen: Tom Verdijk (preases St. Olof), Norbert Schmelzer en Piet Hanenbrink. De Raad hield zich bezig met het verspreiden van het illegale blad De Geus, het vervaardigen van valse papieren en het zoeken naar mogelijke onderduikadressen.
|