Beste Adriaan,
Driekwart eeuw geleden weigerde jij, zoals vrijwel alle Tilburgse studenten, de ‘loyaliteitsverklaring aan het Duitse Rijk’ te tekenen. Wie niet tekende, mocht geen college meer lopen en werd meestal gearresteerd. Samen met zo’n honderdvijftig andere ‘Tilburgers’ werd je naar Duitsland getransporteerd om er te werken in de oorlogsindustrie. Een jaar later krijg je difterie en op 4 december 1944 sterf je in eenzame quarantaine, ver van je land en familie. Een paar medestudenten begraven je. Wat maakte dat jij deze weg aanvaardde? Het zag er niet naar uit dat Duitsland de oorlog zou verliezen. Je moest toch een opleiding hebben om later nuttig te kunnen zijn? Wat betekent een handtekening? Landelijk tekende 25% van de totale studentenpopulatie. En hoe kan het dat de tewerkstelling en zelfs je ziekte je levensvreugde niet bedierf? Volgens je medestudenten was je tot het laatste moment ‘altijd dezelfde’, goed gehumeurd, stond je iedereen met raad en daad terzijde. Kreeg je kracht door de ‘roep van de idealen’, waarover professor Cobbenhagen samen met mijn verre voorganger Van Miert jullie ‘geloofsbrieven’ schreven? Heb jij die roep gehoord? En wat of wie riep er dan? Dank voor je getuigenis, die in staat is zoveel later zoveel vragen op te roepen. Michiel Peeters, studentenpastor |