Beste Frits Fredericus Wilhelmus Coerwinkel,
Ik heb veel respect voor wat jij hebt gedaan. Niet alleen voor dingen die je in de oorlog hebt gedaan, maar ook normale dingen. Bijvoorbeeld, dat je vroeger met twaalf broers en zussen in een huis woonde. Ik vind het al meer dan genoeg thuis met maar één broer!! Ook lijkt het mij moeilijk om te verhuizen. Je moet al je vrienden achterlaten. Dat lijkt mij moeilijk voor jou zijn geweest. Ook vind ik het knap dat je op je 16e al ging studeren, respect!! Dat gaat mij nooit meer lukken. In de oorlog teken je de loyaliteitsverklaring niet. Ik weet niet of ik hem niet zou tekenen, want ik zou niet graag willen werken in Duitsland. Ik zou ook wel bang zijn voor de Duitsers. Je moest nadat je getekend had naar een fabriek in Berlijn. Het afscheid met je ouders was waarschijnlijk bij jou het zwaarste toen je weg ging. Ik ben blij voor je dat je zo’n goede vriend hebt gemaakt op de fabriek waar je moest werken. Zonder die vriend zou het vast veel moeilijker voor je zijn geweest. Ik vind het heel triest dat je bent omgekomen bij de fabriek in München. En dat komt ook nog door ‘de goeie’, de geallieerden. Ze wisten natuurlijk niet dat daar studenten waren die gedwongen waren om te werken. Je hebt gewoon enorm veel pech gehad en dat is niet eerlijk. Ook heb je voor je dood heel hard gewerkt op die fabriek, zoveel uren per dag. Dat zou mij niet lukken. Ben je blij dat je in Berlijn bent begraven? Want mij lijkt dat niks, bij de vijand begraven worden, en zover weg van je familie. Gelukkig ben je daarna herbegraven in Nijmegen, dichtbij je familie en dicht bij je geboorteplaats. Ik vind het heel mooi dat je herdacht wordt. Respect voor de mensen die op onderzoek zijn gegaan naar jou. Zo is je verhaal naar mij gekomen!! Met vriendelijke groet, Lars Blaszkowski |